Interview Rico Coeckelbergs: “Ik wil graag de professionele voetbalcarrière van mijn opa verderzetten”

Het eerste grote interview met Coeckelbergs. Een jongen met een duidelijk doel voor ogen en om dat doel te bereiken, is hij nu speler van Thes Sport. De man die binnen X-aantal tijd de Looise aanval zal moeten leiden, maar het woordje ‘druk’ staat niet in zijn woordenboek. We stelden 19 vragen aan onze 19-jarige aanvaller die ondanks zijn jonge leeftijd al zeer volwassen oogt.

Hoe voelt het om speler van Thes Sport te zijn?

“Heel goed, het is voor mij een eer om hier te mogen voetballen zelfs. In de jeugd heb ik al veel wedstrijden tegen Thes gespeeld en het waren altijd zwaarbevochten duels. Het is dus superleuk voor mij om hier nu zelf te voetballen. Ik zie het vooral als een leerschool in het begin. Thes is een club met aanzien waar veel andere clubs bang van hebben om tegen te spelen. Ik heb heel veel zin om het truitje van Thes te dragen en om minuten te maken. Er is een goede mix tussen jong en oud en ook dat gaat mij veel bijbrengen.”

Wat heb je geleerd bij KFC Turnhout?

“Daar heb ik zo goed als alles geleerd. Ik ben pas op 9-jarige leeftijd beginnen voetballen bij KFC Flandria Ravels. KFC Turnhout heeft mij het jaar nadien al opgepikt. Ik heb er zes jaar onder Paul Franken gespeeld wie ik als mijn leermeester zie. Bij de eerste ploeg ben ik mogen debuteren onder Jo Christiaens die hier ook nog een verleden heeft. Hij heeft van mij een slimmere voetballer gemaakt en dat heeft er mee voor gezorgd dat ik nu hier in Thes zit.”

Wat hoop je bij Thes Sport te leren?

“Ik hoop om van alle spelers een beetje te kunnen leren en leren hoe ik het best kan integreren in dit systeem. Zowel defensief als aanvallend wil ik mijn steentje bijdragen en op termijn zou ik graag een basisspeler willen worden. Dat zal de volgende stap zijn. Of dat dit jaar is of volgend jaar, zien we nog wel. Het is een niveau hoger en dat is en blijft nog wennen. Alles komt zeker goed, maar het heeft wel tijd nodig. Ik weet dat ze bij Thes de echte Rico nog niet hebben gezien.”

Van KFC Turnhout naar Thes Sport is een grote stap, hoe ga jij om met die druk?

“Ik voel niet echt druk hier. Er zijn natuurlijk altijd verwachtingen als je ergens nieuw bent. Ze zien mij vooral als een jonge gast die nog stappen moet zetten in plaats van als een echte inkomende transfer zoals Elvis (Mehanovic) of Mitchel (Keulen). Ik speel mijn eigen spel en wil vooral veel leren. Een bepaalde prestatiedruk heb ik niet. Vandaag wil ik een betere speler zijn dan dat ik vorige week was en volgende week wil ik en betere speler zijn dan dat ik vandaag ben. Op mijn arm staat: ‘Me VS Me’ getatoeëerd en het is een belangrijke spreuk voor mij.”

Hoe verloopt de aanpassing op het veld?

“Het grootste verschil dat ik gemerkt heb is toch wel het fysieke aspect. Ik ben enorm geschrokken van een speler zoals Marnick Vermijl die echt heel krachtig is. Je merkt dat hij Premier League-ervaring heeft en dat zijn mannen die ik vorig jaar met KFC Turnhout niet tegenkwam. Ik heb vroeger in de jeugd tegen spelers gespeeld die nu bij Thes in de A-kern zitten. Toen was ik naar verluidt de speler om in de gaten te houden. Ik ben een niveau lager gewoon, maar ik denk dat ik op hetzelfde niveau zit als de jonge spelers hier.”

Hoe verloopt de aanpassing naast het veld?

“Ook goed eigenlijk. Het is altijd leuk om een nieuwe cultuur te leren kennen. Ik kom uit het Antwerpse milieu met KFC Turnhout en nu zit ik in het Limburgse milieu met Thes Sport. Deze zomer ben ik op vakantie geweest naar Bulgarije en daar heb ik Bram Smeets leren kennen. Die kennen jullie ook want hij is nog jeugdtrainer geweest en speelt hier ook zaalvoetbal. Hij is sindsdien een heel goede vriend geworden en heeft mij intussen al wat Limburgse dingetjes geleerd. Het woordje: ‘Minge’ bijvoorbeeld. Bram heeft mij Limburg laten zien en we zijn vaak in Hasselt geweest. Hij vertelde mij ook dat ik mij een beetje ga moeten aanpassen omdat ze hier niet echt kunnen lachen met de typische Antwerpse houding. (lacht) Op zich valt het hier enorm goed mee en ik vind het wel fijn in Limburg.”

Heb je nog last van je blessure?

“Niet meer nee. De aanhechting van mijn hielbeen naar het middenvoetsbeentje in mijn voet was gebroken. Ook wel een jonesfractuur genoemd. Zo’n 7 maanden geleden is dat gebeurd bij KFC Turnhout. Van de dokter mocht ik even later opnieuw spelen als ik geen pijn voelde. Ik heb toen goed getraind zodat ik weer wedstrijdfit was. Jammer genoeg kreeg ik tijdens een controlebezoek bij de dokter het slechte nieuws te horen dat de blessure verergerd in plaats van verbeterd was. Hij had mij blijkbaar te vroeg laten starten en dat was wel jammer. Hij is ook maar gewoon een mens dus ik verwijt hem niks. En misschien ben ik zelf wel te hevig geweest?”

“Nu is alles volledig hersteld, alleen nog niet tussen de oren. Ik merk dat ik op training en wedstrijden minder snel op doel durf schieten. Nu moet ik vooral zorgen om volledig fit te worden. Het is jammer dat ik de voorbereiding niet mee heb kunnen doen met Thes. Ik ben er zeker van dat ik dan al een doelpuntje had gemaakt. (lacht) Daar leef je ook voor als aanvaller. Nu is het vooral kwestie om minuten te maken en mijn draai te vinden binnen de ploeg. Dat komt allemaal wel goed!”

Waarom draag je het nummer 44?

“Een nummer vind ik meestal iets stom zonder betekenis. Je ziet dat vaak bij aanvallers dat ze een voorkeur hebben om een bepaald rugnummer te dragen, maar dat heb ik nooit echt gehad. Eind vorig jaar ben ik mijn oudste broer verloren en hij woonde op huisnummer 44. Dat klinkt heel vreemd, maar het heeft voor mij wel iets symbolisch op die manier. Daarom draag ik hier nummer 44. We waren met drie jongens thuis. De ene broer komt altijd kijken in het stadion en de andere broer kijkt vanuit de hemel mee. Sinds dit seizoen kijkt hij ook mee vanop mijn rug en hij zal me bijsturen wanneer dat nodig is.”

“Ik heb gevraagd aan de mensen van Thes of ik nummer 44 mocht hebben. In het begin had ik nummer 14, maar ik wilde nog graag wisselen. Niet zo simpel, want de kledij was al gedrukt. Stalle (David Stalmans) heeft dat toen voor mij in orde gebracht en dat apprecieer ik enorm. Het heeft voor mij een sentimentele waarde. Als ik scoor, kus ik altijd mijn pols. Dat doe ik voor mijn opa. Hij was profvoetballer, maar is in zijn eerste jaar als prof geblesseerd geraakt en heeft zijn voetbalcarrière definitief moeten stopzetten. Ik heb er altijd van gedroomd om zijn verhaal af te maken. Hij is moeten stoppen op 19-jarige leeftijd dus alles wat ik doe vanaf mijn 19 jaar, is in functie om zijn carrière verder te zetten. Zowel mijn opa als mijn broer zullen beiden wel trots zijn denk ik.”

Wat is je droomclub in België?

“Om eerlijk te zijn heb ik dat niet hier in België. Ik heb een Nederlandse achtergrond en ben ook meer gefascineerd door het Nederlandse voetbal. In Nederland laten ze de bal het werk doen terwijl het in België meer om duelkracht gaat. Als ik in België toch een ploeg moet kiezen, is het KRC Genk. Zij zijn de ploeg met de minste vijanden in België. Zeker als je hen vergelijkt met RSC Anderlecht en Club Brugge. De serie ‘Spitsbroers’ heeft van mij ook wel een KRC Genk-supporter gemaakt. Het is voorlopig de enige ploeg in België waar ik al een wedstrijd live van heb gezien.”

“In Nederland ga ik toch voor AFC Ajax. Ik kijk objectief naar voetbal waardoor ik niet echt supporter ben van een bepaald team. PSV Eindhoven speelt ook leuk voetbal, maar AFC Ajax is toch wel de laatste jaren het meest dominant geweest. Toch heeft FC Twente al heel lang mijn hart veroverd. Als ik in België en Nederland één ploeg moet nemen, kies ik FC Twente. Mijn opa haatte FC Twente en daar plaagde ik hem altijd mee. Toen ik 10 jaar was, kende ik alle namen van de spelers én alle jeugdspelers van FC Twente uit mijn hoofd.”

Wat is je grootste droom?

“Ik wil op termijn heel graag profvoetballer worden. Geen profcontract hebben, maar echt bij een profclub spelen. Is dat in België of in een ander land, dat speelt voor mij geen rol. Ik wil gewoon op het hoogste niveau van een land spelen. Dan kan ik mijn ouders teruggeven wat ze jarenlang in mij geïnvesteerd hebben. Dat is altijd een drijfveer voor mij geweest. Ze hebben veel tijd in mij moeten steken en zelf dingen opgeofferd. Ze hadden vier kinderen waarvan ik de jongste ben. Toch kreeg ik evenveel aandacht als de rest. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, want zonder hun steun zat ik hier nu niet.”

Met wat hou jij je zoal bezig naast het veld?

“Naast het veld ben ik manager in een saleskantoor. Het bedrijf is gevestigd in Turnhout, maar ik ga binnenkort de stap maken naar hun bedrijf in Leuven. Ik werk hard, ik werk hard voor de voetbal en ik werk hard aan mijn lichaam. In het weekend doe ik graag dingen met vrienden. Samen gaan eten of iets gaan drinken in de stad. Ik heb wel nog nooit een druppel alcohol gedronken. Mijn favoriete drankjes zijn: Ice Tea, water en Red Bull.”

“Op school heb ik sportwetenschappen gevolgd. De basis van het lichaam en hoe het lichaam er anatomisch uitziet, weet ik. Het was 11 uur per week sporten waarvan 6 uur voetbal. Daarna ben ik orthopedagogie gaan studeren. Daar ben ik mee gestopt en toen ben ik begonnen bij het bedrijf waar ik nog steeds werk. Ik ben er kunnen doorgroeien tot salesmanager en ben er terecht fier op.”

Hoeveel doelpunten wil je dit seizoen maken?

“Het liefst tussen de 8 en de 10 doelpunten. Als mij dat leukt, ben ik heel tevreden. Ik scoor graag en laat graag andere scoren. Als ik genoeg tijd krijg, zal me dat ook lukken. Ik ben heel zelfzeker en daar haal ik mijn kracht uit. Mijn vroegere trainer vergelijkt mij qua lichaamsbouw met Erling Haaland. Het ziet er misschien niet uit, maar het werkt wel. Mijn grote idool is Fernando Torres. Ik baseer heel veel van mijn speelstijl op hem. De laatste tijd hoor ik vaak de naam van Dušan Vlahović. Torres is toch wel het soort spits waar ik me het meest mee vergelijk.”

Ben je tevreden over de loting van de Croky Cup?

“Het is dubbel. Sporting Charleroi is niet de allerbeste club, maar het blijft wel een profclub. Je speelt natuurlijk liever tegen een echte topclub. Er is zeker een kans om door te stoten. De underdog is in zo’n wedstrijden vaak de favoriet. Er is heel veel kwaliteit in de kern en als ze ons onderschatten, gaan ze een probleem hebben. De wedstrijd staat niet rood in mijn agenda aangekruist hoor. De belangrijkste wedstrijd voor mij is de eerstvolgende wedstrijd. Ik zal er ook niet nerveus van worden. Als ik de kans krijg om te spelen, ga ik mijn best doen en hopen om een meerwaarde te zijn. Misschien ga ik 10 minuten vroeger slapen dan normaal, maar ik blijf er heel nuchter onder.”

Dit weekend spelen we tegen Hoogstraten VV, wat is je pronostiek?

“Ik denk dat we met 1-3 gaan winnen. Mijn maatje Sander Emmen is spits bij Hoogstraten VV en ik gun hem wel een doelpunt. Hij was mijn ploeggenoot bij KFC Turnhout en we speelden samen in de aanval. Ik zou hem graag een doelpunt zien maken. We hebben beide veel leuke momenten bij KFC Turnhout beleefd en ik hoop dat het goed gaat met hem. Het is een goede speler en hij kan gevaarlijk zijn. Als er iemand scoort bij Hoogstraten, hoop ik dat hij het is. Zolang Thes maar wint natuurlijk. We horen mekaar nog heel vaak en deze week zal het alleen maar meer worden. De plaagstootjes kunnen beginnen.” (lacht)

Tenslotte ga ik je vijf dilemma’s voorschotelen. Je trekt telkens één kaartje waar een dilemma opstaat en je kiest het meest passende voor jou.

Te koud – Te warm

“Dan neem ik: ‘Te koud’. Ik kan heel goed tegen de koude en heb er geen moeite mee. Ik heb vroeger lang BMX gereden. Dat is altijd buiten en zo heb ik leren omgaan met de koude tempraturen.”

Douche – Bad

“Eigenlijk toch wel liever een: ‘Douche’. Dat wil niet zeggen dat ik niet graag in bad ga, maar ik vind dat tijdverlies. Beide hebben dezelfde functie en die is om jezelf te wassen. Liever onder de douche om er zo snel mogelijk vanaf te zijn en andere dingen te gaan doen.”

Parijs – Londen

“Deze is niet moeilijk: ‘Parijs’, la vie de l’amour! Londen is volgens mij ongelooflijk mooi, maar Parijs is toch wel de mooiste stad van Europa. Ik ben er jammer genoeg nog niet geweest en zou er graag eens naartoe gaan.”

Milkshake – Smoothie

“Dan neem ik: ‘Milkshake’. Dat zou ik echt elke dag kunnen eten. Een smoothie is ook lekker, maar toch veel liever een milkshake. Mijn favoriet is een bananenmilkshake trouwens. Je doet er mij altijd een plezier mee.”

Kaas – Hesp

“Toch wel: ‘Hesp’. Als we na de wedstrijd broodjes krijgen, zal ik eerder eentje met hesp nemen. Dat heeft geen speciale reden. Het is gewoon mijn voorkeur.”

KVV THES SPORT | SPORTLAAN, 3980 TESSENDERLO | INFO@THES-SPORT.BE