Interview Mitchel Keulen: “Ik heb heel veel zin in het nieuwe seizoen!”

De 26-jarige verdediger begint aan zijn derde seizoen in Tessenderlo/Ham. Een Nederlander die verzeild is geraakt in België en het hier behoorlijk naar zijn zin heeft. Zijn avontuur in ons land is zeker nog niet ten einde. De mens Mitchel én de voetballer Keulen samengevat in dit interview. 

Waar zette jij je eerste stapjes als voetballer?

“Dat is bij SV Nijswiller geweest. Het is een lokale club waar ik woonde. Enkele jaren later ben ik vertrokken naar Fortuna Sittard. Ze zijn naar een wedstrijd komen kijken voor een andere speler. Blijkbaar ben ik ook opgevallen, want nadien hebben ze contact gezocht.”

“Ik heb er twaalf jaar gezeten en mocht een aantal keer meetrainen met het eerste elftal. Bij Fortuna Sittard heb ik een heel leuke tijd meegemaakt. Ik kwam er als kind van 6 jaar aan en vertrok er als man van 19 jaar. Op voetbalvlak, maar ook op menselijk vlak heb ik er heel veel geleerd. Er zijn veel leuke trainers gepasseerd. Natuurlijk ook wel wat minder leuke, maar dat maakt iedereen wel mee. Ik kijk zeker heel positief terug aan die periode.”

Waarom komt een Nederlander in België voetballen?

“Op het hoogste amateurniveau zijn er in België veel meer mogelijkheden. Ik woon in het zuiden van Nederland en daar zijn niet zoveel clubs op dat niveau. Aanvankelijk speelde ik bij MVV Maastricht en daar kwam Thes voor het eerst in beeld.”

“Toch koos ik er op dat moment voor om in Nederland te blijven en bij RKSV Groene Ster te gaan voetballen. Een mooie club waar ik me goed heb kunnen ontwikkelen. Thes bleef me echter volgen en meldde zich later opnieuw. Die kans heb ik toen met beide handen gegrepen. Het voelde als het juiste moment om de stap naar België te zetten.”

Hoe was het voetballeven in Nederland?

“Ik heb zeker niet mogen klagen. De accommodaties, begeleiding en medische zorg waren er goed en het is en blijft mijn geboorteland natuurlijk. Bij RKSV Groene Ster speelde ik in de Nederlandse derde divisie en dat was in het begin wel even wennen. Minder professioneel, maar heel puur. Je speelt er met jongens die naast een job dezelfde liefde voor voetbal hebben. Het was soms hard, maar super leerzaam.”

Wat is het verschil met voetballen in België?

“In Nederland kunnen er geen profclubs zakken naar het hoogste amateurniveau. In België is dat wel het geval en je merkt dat zoiets een bepaalde spanning met zich meebrengt. Nederlanders hebben ook een directere aanpak. Het benaderen hier is wat zachter en rustiger.”

Wat is je mooiste moment bij Thes?

“Dat is de thuisoverwinning vorig seizoen tegen Sporting Hasselt. We speelden heel sterk als ploeg en ikzelf had er ook een goede wedstrijd opzitten. Er was heel veel volk en dat is de ambitie van Thes om veel mensen te ontvangen bij een wedstrijd. Het is altijd leuk om een derby te spelen en om die te kunnen winnen in eigen huis maakt het nog leuker.”

Wat is je mooiste moment als voetballer?

“Dat zijn er eigenlijk twee. Mijn debuut bij Roda JC en de uitwedstrijd met Roda JC tegen Sparta Rotterdam. Mijn debuut was een thuiswedstrijd tegen Go Ahead Eagles. Behalve dat het mijn debuut was, scoorde ik er zelfs. Dat maakt het uiteraard nog specialer.”

“Ook de uitwedstrijd tegen Sparta Rotterdam zal ik nooit vergeten. Het was een wedstrijd voor zo’n 13 000 toeschouwers. Ik speelde een goede wedstijd en achteraf is onze technisch directeur naar me gekomen om me te feliciteren.”

Vertel eens iets meer over je debuut bij Roda JC

“Tijdens een training na de winterstop breekt onze verdediger zijn enkel. Naar aanloop van de eerste wedstrijd merk je dan op training door bepaalde tactische dingen dat je gaat starten. Heel mijn familie zat toen in de tribune. De eerste balcontacten waren echt rampzalig. Volgens mij zijn ze die bal nu nog steeds aan het zoeken.” (lacht)

“Het volgende balcontact was een doelpunt. Bij een voorzet naar de spits kwam de bal bij mij terecht. Ik stond aan de verste paal en tikte de bal binnen met de binnenkant van mijn knie. Wat toen gebeurde, was pure ontlading. Iedereen sprong op mij en vierde mee. Het was een gekkenhuis.”

“We wonnen de wedstrijd met 3-1 en na de wedstrijd ga je traditiegetrouw de supporters groeten. Bij een gewonnen wedstrijd doen ze de Humba voor de spionkop. Onze spits scoorde twee keer en hij ging zingen. Op dat moment duwde iemand mij mee naar voor en hebben we dat samen gedaan. Een heel leuk moment om mee te maken, zeker als jonge kerel. Het is een heel leuke herinnering en denk er nog vaak aan terug. Ik heb zelfs de datum van mijn debuut op mijn arm getatoeëerd.”

Ben jij een scorende verdediger?

“Bij de jeugdreeksen was ik een spits. Nadien ben ik achterin gaan spelen, maar heb wel de aanvallende intenties gehouden. Zeker als vleugelverdediger kan je jezelf onderscheiden door af en toe mee naar voor te gaan. Ik ben zeker een aanvallende verdediger en als je dan scoort, is dat mooi meegenomen natuurlijk. Je moet ook wel geluk hebben door op de juiste plek te staan.”

Je kreeg nog maar één rode kaart in je carrière, neem ons eens mee terug naar dat moment.

“Dat was een uitwedstrijd tegen Dessel Sport. We zaten niet goed in de wedstrijd en dan raak je al wat sneller gefrustreerd. We hadden een ingooi aan de linkerkant en de bal komt naar mijn richting. Ik wil die pakken, maar op dat moment neemt een speler van Dessel Sport de bal en loopt hij ermee weg om wat tijd te rekken.”

“De scheidsrechter gaf me direct rood omdat ik die speler een duwtje geef. Hij zei me dat ik een slaande beweging maakte. Dat was wel overdreven, maar het is mijn eigen schuld natuurlijk. Ik moet in de eerste plaats de scheidsrechter de kans niet geven om een kaart te trekken. Het is voorlopig mijn enige rode kaart. Dat toont wel aan dat ik zeker geen vuile of smerige speler ben. Op dat moment nam de emotie het heel even over. Dan moet je ook je fout kunnen toegeven.”

Eind deze maand begint de competitie, weet je tegen wie?

“Ja, dat is tegen Dessel Sport. Die wedstrijd zit nog goed in het geheugen en we willen nu een reactie neerzetten. Het was een collectieve wanprestatie en dat mag zeker niet nog eens gebeuren. Ze hebben een goed voetballende ploeg en daar gaan we iets tegenover moeten zetten. We hebben heel wat nieuwe jongens en dat wordt een zeer leuke uitdaging. Ik heb er alvast heel veel zin in!”

Wat is je favoriete cheat meal?

“Na een wedstrijd ga ik vaak met mijn vriendin naar de McDonald’s. We vinden het allebei lekker en zijn altijd laat thuis van de wedstrijd. Dan is het wel een lekkere late night snack. Sinds we mekaar hebben leren kennen, is dat wel een traditie geworden. Voor de wedstrijd maken we altijd dezelfde pasta samen. Ik eet graag pasta en het is leuk dat je dan zoiets samen kan doen. Een ideale voorbereiding voor een wedstrijd.”

Wat is je favoriete drankje?

“Zonder alcohol is dat een Ice Tea. Dat vind ik echt heel erg lekker. Met alcohol ga ik voor een Bacardi Cola. Bier drink ik bijvoorbeeld niet. Af en toe neem ik wel een Desperados, maar een traditionele pils nooit. Dat krijg ik niet binnen.” (lacht)

Wie is de beste speler tegen wie je hebt gespeeld?

“Dat zijn er best wel een aantal eigenlijk. In mijn periode bij Roda JC speelde ik tegen de beloftenploegen van Ajax en PSV. De spelers van toen spelen nu allemaal Champions League. Jongens zoals: Mohamed Ihattaren, Cody Gakpo, Noa Lang en Johan Bakayoko waren wel de betere. Je kon toen al zien dat ze veel kwaliteit hebben en een grote toekomst voor zich hadden.”

Wie is de beste speler waarmee je samen hebt gespeeld?

“Dat zijn er ook wel wat. (lacht) We hebben Yann Bisseck gehad die nu bij Inter Milaan speelt. Hij heeft trouwens ook de Champions League-finale gespeeld. Toen hij bij ons speelde, was hij geen uitblinker. Nadien heeft hij ongelooflijke stappen gezet en zich goed ontwikkeld. ”

“Ook was er Benjamin Bouchouari. Hij was op dat moment een van de betere spelers. Hij was toen nog heel jong, maar was echt heel goed. Zelfs de ervaren jongens hadden vaak moeite met hem op training. En tenslotte wil ik ook Marnick Vermijl niet vergeten. Hij heeft een carrière om trots op te zijn en ik vind het mooi dat ik twee seizoenen samen met hem bij Thes heb mogen spelen.”

Er is een noodgeval of je hebt dringend iemand nodig, wie bel je en waarom?

“Mijn vriendin Shana! Zij is eigenlijk altijd nuchter en weet me steeds gerust te stellen. We zijn meer dan twee jaar samen en begrijpen elkaar heel erg goed. Ik heb haar leren kennen in het jaar dat ik bij RKSV Groene Ster speelde. Zij speelde voor het vrouwenteam en haar vader doet ook veel voor de club. Shana werkte dat seizoen vaak in de kantine en daar is het eerste contact geweest.”

“Ze komt samen met haar vader naar iedere thuiswedstrijd kijken en is ook vaak bij uitwedstrijden van de partij. Ze zijn allebei erg betrokken en snappen het spel, dus ze leven helemaal mee. We delen die passie voor voetbal en dat maakt het extra leuk. Op onze vrije zondagen gaan we vaak naar RKSV Groene Ster kijken. Ik ken nog heel veel spelers en het zijn goede vrienden geworden.”

Tenslotte ga ik je vijf dilemma’s voorschotelen. Je trekt telkens één kaartje waar een dilemma opstaat en je kiest het meest passende voor jou.

Vroeg opstaan – Vroeg gaan slapen

“Geen twijfel: ‘Vroeg gaan slapen’, voor 100%. Met vroeg opstaan, moet je bij mij niet afkomen. (lacht) Ik slaap veel liever uit. Wie niet eigenlijk?”

Cardio – Krachtoefeningen

“Dan ga ik voor: ‘Cardio’. Ik ben altijd wel een goede loper geweest en doe het ook graag. Met krachtoefeningen heb ik geen probleem. Maar als je mij de keuze geeft, toch liever cardio dan.”

Bob de Bouwer – SpongeBob

“Ik ben opgegroeid met ze allebei. Van kleins af heb ik wel al Bob de Bouwer gezien dus ga ik: ‘Bob de Bouwer’ kiezen.”

Facebook – Instagram

“Dat is wel een lastige. Ik heb het allebei. Instagram gebruik ik iets meer. Ik zal voor: ‘Instagram’ gaan dan.”

Doelpunt – Assist

“Hier ga ik: ‘Assist’ nemen. Als verdediger is het altijd leuk om te scoren. Ik vind het nog leuker om een goede pas of voorzet te geven waardoor iemand anders kan scoren.”